Lidwoord voor buiswater
1
het buiswater o
aanwijzend voornaamwoord
dit buiswater, dat buiswater
dichtbij dit buiswater
verder weg dat buiswater
betrekkelijk voornaamwoord
het buiswater dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun buiswater
onbepaald voornaamwoord
elk buiswater
buigings-e
het grote buiswater, een groot buiswater