Lidwoord voor suikerwater
1
het suikerwater o
aanwijzend voornaamwoord
dit suikerwater, dat suikerwater
dichtbij dit suikerwater
verder weg dat suikerwater
betrekkelijk voornaamwoord
het suikerwater dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun suikerwater
onbepaald voornaamwoord
elk suikerwater
buigings-e
het grote suikerwater, een groot suikerwater