Lidwoord voor calvinist
1
de calvinist m
aanwijzend voornaamwoord
deze calvinist, die calvinist
dichtbij deze calvinist
verder weg die calvinist
betrekkelijk voornaamwoord
de calvinist die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun calvinist
onbepaald voornaamwoord
elke calvinist
buigings-e
de grote calvinist, een grote calvinist