Lidwoord voor offertorium
1
het offertorium o
aanwijzend voornaamwoord
dit offertorium, dat offertorium
dichtbij dit offertorium
verder weg dat offertorium
betrekkelijk voornaamwoord
het offertorium dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun offertorium
onbepaald voornaamwoord
elk offertorium
buigings-e
het grote offertorium, een groot offertorium