Lidwoord voor carnavalskraker

1

de carnavalskraker m

aanwijzend voornaamwoord
deze carnavalskraker, die carnavalskraker

dichtbij deze carnavalskraker

verder weg die carnavalskraker

betrekkelijk voornaamwoord
de carnavalskraker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun carnavalskraker
onbepaald voornaamwoord
elke carnavalskraker
buigings-e
de grote carnavalskraker, een grote carnavalskraker