Lidwoord voor casanova
1
de casanova m
aanwijzend voornaamwoord
deze casanova, die casanova
dichtbij deze casanova
verder weg die casanova
betrekkelijk voornaamwoord
de casanova die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun casanova
onbepaald voornaamwoord
elke casanova
buigings-e
de grote casanova, een grote casanova