Lidwoord voor catechisant
1
de catechisant m
aanwijzend voornaamwoord
deze catechisant, die catechisant
dichtbij deze catechisant
verder weg die catechisant
betrekkelijk voornaamwoord
de catechisant die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun catechisant
onbepaald voornaamwoord
elke catechisant
buigings-e
de grote catechisant, een grote catechisant