Lidwoord voor warmtepomp
1
de warmtepomp v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze warmtepomp, die warmtepomp
dichtbij deze warmtepomp
verder weg die warmtepomp
betrekkelijk voornaamwoord
de warmtepomp die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun warmtepomp
onbepaald voornaamwoord
elke warmtepomp
buigings-e
de grote warmtepomp, een grote warmtepomp