Lidwoord voor changement
1
het changement o
aanwijzend voornaamwoord
dit changement, dat changement
dichtbij dit changement
verder weg dat changement
betrekkelijk voornaamwoord
het changement dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun changement
onbepaald voornaamwoord
elk changement
buigings-e
het grote changement, een groot changement