Lidwoord voor jaarverslag
1
het jaarverslag o
aanwijzend voornaamwoord
dit jaarverslag, dat jaarverslag
dichtbij dit jaarverslag
verder weg dat jaarverslag
betrekkelijk voornaamwoord
het jaarverslag dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun jaarverslag
onbepaald voornaamwoord
elk jaarverslag
buigings-e
het grote jaarverslag, een groot jaarverslag