Lidwoord voor classicus
1
de classicus m
aanwijzend voornaamwoord
deze classicus, die classicus
dichtbij deze classicus
verder weg die classicus
betrekkelijk voornaamwoord
de classicus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun classicus
onbepaald voornaamwoord
elke classicus
buigings-e
de grote classicus, een grote classicus