Lidwoord voor contractbreuk
1
de contractbreuk v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze contractbreuk, die contractbreuk
dichtbij deze contractbreuk
verder weg die contractbreuk
betrekkelijk voornaamwoord
de contractbreuk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun contractbreuk
onbepaald voornaamwoord
elke contractbreuk
buigings-e
de grote contractbreuk, een grote contractbreuk