Lidwoord voor contactadres
1
het contactadres o
aanwijzend voornaamwoord
dit contactadres, dat contactadres
dichtbij dit contactadres
verder weg dat contactadres
betrekkelijk voornaamwoord
het contactadres dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun contactadres
onbepaald voornaamwoord
elk contactadres
buigings-e
het grote contactadres, een groot contactadres