Lidwoord voor cybercrime
1
de cybercrime m
aanwijzend voornaamwoord
deze cybercrime, die cybercrime
dichtbij deze cybercrime
verder weg die cybercrime
betrekkelijk voornaamwoord
de cybercrime die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun cybercrime
onbepaald voornaamwoord
elke cybercrime
buigings-e
de grote cybercrime, een grote cybercrime