Lidwoord voor dagloner
1
de dagloner m
aanwijzend voornaamwoord
deze dagloner, die dagloner
dichtbij deze dagloner
verder weg die dagloner
betrekkelijk voornaamwoord
de dagloner die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun dagloner
onbepaald voornaamwoord
elke dagloner
buigings-e
de grote dagloner, een grote dagloner