Lidwoord voor dagmenu
1
het dagmenu o
aanwijzend voornaamwoord
dit dagmenu, dat dagmenu
dichtbij dit dagmenu
verder weg dat dagmenu
betrekkelijk voornaamwoord
het dagmenu dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun dagmenu
onbepaald voornaamwoord
elk dagmenu
buigings-e
het grote dagmenu, een groot dagmenu