Lidwoord voor daktuin

1

de daktuin m

aanwijzend voornaamwoord
deze daktuin, die daktuin

dichtbij deze daktuin

verder weg die daktuin

betrekkelijk voornaamwoord
de daktuin die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun daktuin
onbepaald voornaamwoord
elke daktuin
buigings-e
de grote daktuin, een grote daktuin