Lidwoord voor hondenweer
1
het hondenweer o
aanwijzend voornaamwoord
dit hondenweer, dat hondenweer
dichtbij dit hondenweer
verder weg dat hondenweer
betrekkelijk voornaamwoord
het hondenweer dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun hondenweer
onbepaald voornaamwoord
elk hondenweer
buigings-e
het grote hondenweer, een groot hondenweer