Lidwoord voor data
1
de data meervoud
aanwijzend voornaamwoord
deze data, die data
dichtbij deze data
verder weg die data
betrekkelijk voornaamwoord
de data die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun data
onbepaald voornaamwoord
elke data
buigings-e
de grote data, een grote data