Lidwoord voor data-infarct
1
het data-infarct o
aanwijzend voornaamwoord
dit data-infarct, dat data-infarct
dichtbij dit data-infarct
verder weg dat data-infarct
betrekkelijk voornaamwoord
het data-infarct dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun data-infarct
onbepaald voornaamwoord
elk data-infarct
buigings-e
het grote data-infarct, een groot data-infarct