Lidwoord voor davidster
1
de davidster v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze davidster, die davidster
dichtbij deze davidster
verder weg die davidster
betrekkelijk voornaamwoord
de davidster die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun davidster
onbepaald voornaamwoord
elke davidster
buigings-e
de grote davidster, een grote davidster