Lidwoord voor disco
1
de disco v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze disco, die disco
dichtbij deze disco
verder weg die disco
betrekkelijk voornaamwoord
de disco die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun disco
onbepaald voornaamwoord
elke disco
buigings-e
de grote disco, een grote disco