Lidwoord voor donateur
1
de donateur m
aanwijzend voornaamwoord
deze donateur, die donateur
dichtbij deze donateur
verder weg die donateur
betrekkelijk voornaamwoord
de donateur die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun donateur
onbepaald voornaamwoord
elke donateur
buigings-e
de grote donateur, een grote donateur