Lidwoord voor druivelaar

1

de druivelaar m

aanwijzend voornaamwoord
deze druivelaar, die druivelaar

dichtbij deze druivelaar

verder weg die druivelaar

betrekkelijk voornaamwoord
de druivelaar die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun druivelaar
onbepaald voornaamwoord
elke druivelaar
buigings-e
de grote druivelaar, een grote druivelaar

Woorden die lijken op druivelaar