Lidwoord voor elektrolyt
1
de elektrolyt m
aanwijzend voornaamwoord
deze elektrolyt, die elektrolyt
dichtbij deze elektrolyt
verder weg die elektrolyt
betrekkelijk voornaamwoord
de elektrolyt die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun elektrolyt
onbepaald voornaamwoord
elke elektrolyt
buigings-e
de grote elektrolyt, een grote elektrolyt