Lidwoord voor elektromonteur
1
de elektromonteur m
aanwijzend voornaamwoord
deze elektromonteur, die elektromonteur
dichtbij deze elektromonteur
verder weg die elektromonteur
betrekkelijk voornaamwoord
de elektromonteur die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun elektromonteur
onbepaald voornaamwoord
elke elektromonteur
buigings-e
de grote elektromonteur, een grote elektromonteur