Lidwoord voor encycliek
1
de encycliek v
aanwijzend voornaamwoord
deze encycliek, die encycliek
dichtbij deze encycliek
verder weg die encycliek
betrekkelijk voornaamwoord
de encycliek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun encycliek
onbepaald voornaamwoord
elke encycliek
buigings-e
de grote encycliek, een grote encycliek