Lidwoord voor enquêteur
1
de enquêteur m
aanwijzend voornaamwoord
deze enquêteur, die enquêteur
dichtbij deze enquêteur
verder weg die enquêteur
betrekkelijk voornaamwoord
de enquêteur die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun enquêteur
onbepaald voornaamwoord
elke enquêteur
buigings-e
de grote enquêteur, een grote enquêteur