Lidwoord voor exitpoll
1
de exitpoll m
aanwijzend voornaamwoord
deze exitpoll, die exitpoll
dichtbij deze exitpoll
verder weg die exitpoll
betrekkelijk voornaamwoord
de exitpoll die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun exitpoll
onbepaald voornaamwoord
elke exitpoll
buigings-e
de grote exitpoll, een grote exitpoll