Lidwoord voor exporthandel
1
de exporthandel m
aanwijzend voornaamwoord
deze exporthandel, die exporthandel
dichtbij deze exporthandel
verder weg die exporthandel
betrekkelijk voornaamwoord
de exporthandel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun exporthandel
onbepaald voornaamwoord
elke exporthandel
buigings-e
de grote exporthandel, een grote exporthandel