Lidwoord voor farizeeër
1
de farizeeër m
aanwijzend voornaamwoord
deze farizeeër, die farizeeër
dichtbij deze farizeeër
verder weg die farizeeër
betrekkelijk voornaamwoord
de farizeeër die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun farizeeër
onbepaald voornaamwoord
elke farizeeër
buigings-e
de grote farizeeër, een grote farizeeër