Lidwoord voor rachel
1
de rachel m
aanwijzend voornaamwoord
deze rachel, die rachel
dichtbij deze rachel
verder weg die rachel
betrekkelijk voornaamwoord
de rachel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun rachel
onbepaald voornaamwoord
elke rachel
buigings-e
de grote rachel, een grote rachel