Lidwoord voor fok
1
de fok m
teelt
aanwijzend voornaamwoord
deze fok, die fok
dichtbij deze fok
verder weg die fok
betrekkelijk voornaamwoord
de fok die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun fok
onbepaald voornaamwoord
elke fok
buigings-e
de grote fok, een grote fok
2
de fok v(m)
bril, zeil
aanwijzend voornaamwoord
deze fok, die fok
dichtbij deze fok
verder weg die fok
betrekkelijk voornaamwoord
de fok die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun fok
onbepaald voornaamwoord
elke fok
buigings-e
de grote fok, een grote fok