Lidwoord voor gezagscrisis
1
de gezagscrisis v
aanwijzend voornaamwoord
deze gezagscrisis, die gezagscrisis
dichtbij deze gezagscrisis
verder weg die gezagscrisis
betrekkelijk voornaamwoord
de gezagscrisis die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gezagscrisis
onbepaald voornaamwoord
elke gezagscrisis
buigings-e
de grote gezagscrisis, een grote gezagscrisis