Lidwoord voor glamping
1
het glamping o
wijze van kamperen
aanwijzend voornaamwoord
dit glamping, dat glamping
dichtbij dit glamping
verder weg dat glamping
betrekkelijk voornaamwoord
het glamping dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun glamping
onbepaald voornaamwoord
elk glamping
buigings-e
het grote glamping, een groot glamping
2
de glamping v(m)
luxueuze camping
aanwijzend voornaamwoord
deze glamping, die glamping
dichtbij deze glamping
verder weg die glamping
betrekkelijk voornaamwoord
de glamping die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun glamping
onbepaald voornaamwoord
elke glamping
buigings-e
de grote glamping, een grote glamping