Lidwoord voor glucagon
1
de glucagon m
aanwijzend voornaamwoord
deze glucagon, die glucagon
dichtbij deze glucagon
verder weg die glucagon
betrekkelijk voornaamwoord
de glucagon die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun glucagon
onbepaald voornaamwoord
elke glucagon
buigings-e
de grote glucagon, een grote glucagon