Lidwoord voor godgeleerdheid
1
de godgeleerdheid v
aanwijzend voornaamwoord
deze godgeleerdheid, die godgeleerdheid
dichtbij deze godgeleerdheid
verder weg die godgeleerdheid
betrekkelijk voornaamwoord
de godgeleerdheid die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun godgeleerdheid
onbepaald voornaamwoord
elke godgeleerdheid
buigings-e
de grote godgeleerdheid, een grote godgeleerdheid