Lidwoord voor granaat
1
de granaat m
edelsteen, granaatboom
aanwijzend voornaamwoord
deze granaat, die granaat
dichtbij deze granaat
verder weg die granaat
betrekkelijk voornaamwoord
de granaat die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun granaat
onbepaald voornaamwoord
elke granaat
buigings-e
de grote granaat, een grote granaat
2
de granaat v(m)
bom, granaatappel
aanwijzend voornaamwoord
deze granaat, die granaat
dichtbij deze granaat
verder weg die granaat
betrekkelijk voornaamwoord
de granaat die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun granaat
onbepaald voornaamwoord
elke granaat
buigings-e
de grote granaat, een grote granaat