Lidwoord voor granaatboom

1

de granaatboom m

aanwijzend voornaamwoord
deze granaatboom, die granaatboom

dichtbij deze granaatboom

verder weg die granaatboom

betrekkelijk voornaamwoord
de granaatboom die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun granaatboom
onbepaald voornaamwoord
elke granaatboom
buigings-e
de grote granaatboom, een grote granaatboom

Woorden die lijken op granaatboom