Lidwoord voor groothertog

1

de groothertog m

aanwijzend voornaamwoord
deze groothertog, die groothertog

dichtbij deze groothertog

verder weg die groothertog

betrekkelijk voornaamwoord
de groothertog die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun groothertog
onbepaald voornaamwoord
elke groothertog
buigings-e
de grote groothertog, een grote groothertog

Woorden die lijken op groothertog