Lidwoord voor gym
1
de gym m
sportschool
aanwijzend voornaamwoord
deze gym, die gym
dichtbij deze gym
verder weg die gym
betrekkelijk voornaamwoord
de gym die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gym
onbepaald voornaamwoord
elke gym
buigings-e
de grote gym, een grote gym
2
de gym v
gymnastiek
aanwijzend voornaamwoord
deze gym, die gym
dichtbij deze gym
verder weg die gym
betrekkelijk voornaamwoord
de gym die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gym
onbepaald voornaamwoord
elke gym
buigings-e
de grote gym, een grote gym
3
het gym o
gymnasium
aanwijzend voornaamwoord
dit gym, dat gym
dichtbij dit gym
verder weg dat gym
betrekkelijk voornaamwoord
het gym dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun gym
onbepaald voornaamwoord
elk gym
buigings-e
het grote gym, een groot gym