Lidwoord voor gynaecoloog
1
de gynaecoloog m
aanwijzend voornaamwoord
deze gynaecoloog, die gynaecoloog
dichtbij deze gynaecoloog
verder weg die gynaecoloog
betrekkelijk voornaamwoord
de gynaecoloog die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gynaecoloog
onbepaald voornaamwoord
elke gynaecoloog
buigings-e
de grote gynaecoloog, een grote gynaecoloog