Lidwoord voor haatmail
1
de haatmail v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze haatmail, die haatmail
dichtbij deze haatmail
verder weg die haatmail
betrekkelijk voornaamwoord
de haatmail die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun haatmail
onbepaald voornaamwoord
elke haatmail
buigings-e
de grote haatmail, een grote haatmail