Lidwoord voor handbal
1
de handbal m
bal
aanwijzend voornaamwoord
deze handbal, die handbal
dichtbij deze handbal
verder weg die handbal
betrekkelijk voornaamwoord
de handbal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun handbal
onbepaald voornaamwoord
elke handbal
buigings-e
de grote handbal, een grote handbal
2
het handbal o
balsport
aanwijzend voornaamwoord
dit handbal, dat handbal
dichtbij dit handbal
verder weg dat handbal
betrekkelijk voornaamwoord
het handbal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun handbal
onbepaald voornaamwoord
elk handbal
buigings-e
het grote handbal, een groot handbal