Lidwoord voor havenstad
1
de havenstad v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze havenstad, die havenstad
dichtbij deze havenstad
verder weg die havenstad
betrekkelijk voornaamwoord
de havenstad die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun havenstad
onbepaald voornaamwoord
elke havenstad
buigings-e
de grote havenstad, een grote havenstad