Lidwoord voor hel
1
de hel v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze hel, die hel
dichtbij deze hel
verder weg die hel
betrekkelijk voornaamwoord
de hel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun hel
onbepaald voornaamwoord
elke hel
buigings-e
de grote hel, een grote hel