Lidwoord voor herseninfarct
1
het herseninfarct o
aanwijzend voornaamwoord
dit herseninfarct, dat herseninfarct
dichtbij dit herseninfarct
verder weg dat herseninfarct
betrekkelijk voornaamwoord
het herseninfarct dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun herseninfarct
onbepaald voornaamwoord
elk herseninfarct
buigings-e
het grote herseninfarct, een groot herseninfarct