Lidwoord voor hondenleven
1
het hondenleven o
aanwijzend voornaamwoord
dit hondenleven, dat hondenleven
dichtbij dit hondenleven
verder weg dat hondenleven
betrekkelijk voornaamwoord
het hondenleven dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun hondenleven
onbepaald voornaamwoord
elk hondenleven
buigings-e
het grote hondenleven, een groot hondenleven