Lidwoord voor huishoudkunde

1

de huishoudkunde v

aanwijzend voornaamwoord
deze huishoudkunde, die huishoudkunde

dichtbij deze huishoudkunde

verder weg die huishoudkunde

betrekkelijk voornaamwoord
de huishoudkunde die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun huishoudkunde
onbepaald voornaamwoord
elke huishoudkunde
buigings-e
de grote huishoudkunde, een grote huishoudkunde

Woorden die lijken op huishoudkunde