Lidwoord voor huishoudboekje

1

het huishoudboekje o

aanwijzend voornaamwoord
dit huishoudboekje, dat huishoudboekje

dichtbij dit huishoudboekje

verder weg dat huishoudboekje

betrekkelijk voornaamwoord
het huishoudboekje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun huishoudboekje
onbepaald voornaamwoord
elk huishoudboekje
buigings-e
het grote huishoudboekje, een groot huishoudboekje

Woorden die lijken op huishoudboekje